hij hem

hij hem
Nu in de winkel

maandag 10 juni 2013

Motivatie op de sportschool

Er zijn mensen die fluitend naar de sportschool gaan, ik moet me er altijd toe zetten. Gelukkig heerst er bij Plaza Sportiva Martiniplaaazaaa altijd een ontspannen sfeer. Dat is al sinds Henk daar de scepter zwaaide. Die ging af en toe naar buiten om een sigaretje te roken. Na zijn dood is die sfeer gebleven, alhoewel er nu een Telegraaf op de bar ligt in plaats van de Volkskrant. En er zijn iets te veel mensen gekomen die sport als het hoogste doel in hun leven zien.

Ik doe hier en daar wat leuks aan apparaten. Ik fiets (vandaag 15 kilometer, 418 calorieën) en ik loop. Op de loopband probeer ik altijd 10 kilometer te rennen. Ik kom al niet meer 's avonds omdat het dan druk is en asociaal om de loopband zo lang in gebruik te hebben én omdat de schoonmaker altijd de stofzuiger aanzette achter als je snakte naar zuurstof en die twee zaken waren moeilijk te combineren.

Vandaag kwam er een van de medewerkers naar me toe, goedbedoeld vragend: 'Wat is het doel voor vandaag?'
'Tien kilometer,' hijgte ik.
'Zo,' zei hij, 'dan moet je nog even. Meer dan een uur.'
Ik loop niet zo hard.
'Loop je nooit buiten?' vroeg hij toen.
Nee, ik loop nooit buiten. Je hebt honden en andere mensen, je moet stoppen op de vreemdste punten terwijl je juist wilt doorlopen. Je moet opletten, terwijl ik juist in een cadans wil komen, waar ik nu al pratend zeker niet in kwam.
'Nee, nooit,' vatte ik samen.
'Buiten is er meer zuurstof.'
'Het raam staat open.'
Ik voelde vooral wrevel omdat ik me moest verantwoorden voor mijn keuzes, terwijl ik het al zo goed van me vond dat ik naar de sportschool ging. Waarom konden ze mij niet lekker laten rennen? Daarna vroeg hij of ik niet in een groepje wilde trainen. Op dinsdagavond was er altijd een training.
'Dan kun je veel leren. Misschien haal je die tien kilometer dan wel makkelijker. Ik hoor nu dat je wel heel zwaar neerkomt. Met een paar tips ga je misschien veel beter lopen.'
'Krijg ik nog kritiek op mijn lopen ook,' zei ik ironisch, maar ironie is een moeilijk stijlmiddel tegenwoordig, zeker als je rent en de ander naar je staat te kijken.
'Misschien hoor je dan wel dat je de knieën hoger moet opgooien om beter te lopen.'
Toen maakte ik een afwerend gebaar. Zo'n training in een groepje is niks voor mij. De fitness-medewerker liep weg.

Daarna nog nooit zo beroerd gelopen. In plaats van tien kilometer heb ik er slechts zes volbracht omdat ik steeds moest denken aan de onderliggende kritiek. Hoezo zwaar neerkomen? Hoezo de knieën hogerop. Omdat je gedachten niet buiten adem raken had ik al een compleet l'esprit de l'escalier-toespraakje bedacht als ik hem later weer zou tegenkomen: 'Luister, het is waarschijnlijk opbouwend bedoeld, maar ik ben 48 jaar en ik hoef me niet meer te bewijzen als hardloper, als bodybuilder of als wat dan ook. Sinds ik kanker-light heb gehad,' dat is altijd goed om een enge ziekte in te brengen als excuus, 'doe ik wat ik leuk vind. Honderd kilo is de bovengrens die ik probeer te vermijden en met wat lopen en fietsen op de tijden die ik leuk vind en op de manier die ik aangenaam vind, is het prettig toeven op de sportschool.' En meer van die gedachten. Gewoon een beetje aanklooien, mag dat ook?

Het kwam dus niet meer goed. Ik ging voortijdig douchen en op adem komen. In de kleedkamer stond er een prachtig gebouwde jongeman naast me. Om het contrast nog wat aan te dikken waarschijnlijk. Maar hij kan vast geen gedichten en romans schrijven, dacht ik. Zul je zien dat ie met dat lichaam ook nog een literair meesterwerk schept.



1 opmerking:

Creatine zei

Leuk geschreven!
Ik heb zelf ook moeite met naar de sportschool gaan. Voornamelijk vanwege al die flink gespierde mannen overal. Hoewel deze spieren grotendeels het resultaat zijn van het innemen van supplementen...

Wees echter niet getreurd ;)
Ik kan mij niet voorstellen dat de fanatieke sporter/bodybuilder enige kennis heeft van literaire hoogstandjes. Of generaliseer ik dan te veel?